Het
Makelpunt van de gemeente Utrecht is zelf gevestigd in een klassiek jaren ’70
kantoorkolos. Maar dan wel op de begane grond en als je het weet, hoef je niet
eens langs de portier. Eigenlijk wel symbolisch voor een organisatie die mensen
die iets willen en ruimte die niet wordt gebruikt, op een makkelijke manier bij
elkaar wil brengen. Want dat is wat het makelpunt doet.
Excellijstje
Thieu Schwitzner, een van de twee Utrechtse “makelaars” vertelt:
“Zoals zoveel gemeenten wist Utrecht niet wat er allemaal aan ruimte voor
handen is. De gemeente kende het eigen bezit zelfs niet. Veel ruimten werden
beheerd door aparte dienstonderdelen. Welzijn deed welzijn, sport deed sport en
onderwijs deed onderwijs. Dus kon het gebeuren dat iemand die op zoek was naar
een ruimte bij drie wethouders terecht kwam en toch nul op het rekest kreeg.
Had ‘ie mazzel, dan zat er een ambtenaar met contacten aan tafel. Die kon dan
soms wat regelen.” Maar je kunt je natuurlijk ook voorbereiden op dat gesprek bij
de wethouder en zo werden de eerste excellijstjes gemaakt. Het makelpunt vindt
zijn oorsprong in het ambtelijk initiatief om in kaart te brengen welke ruimten
er beschikbaar waren in de stad. En de vervolg stap was het digitale
aanmeldformulier, waar partijen konden melden dat er ruimte beschikbaar was. Zo
kreeg het Makelpunt vorm. Uiteindelijk werd het op 1 januari 2010 officieel
geopend.
Stammenstrijd
Het makelpunt liet zien dat de politieke doelstellingen op het gebied
van vastgoed soms tegenstrijdig waren. Thieu Schwitzner: “De gemeente college
hanteerde wel de doelstelling dat mooie initiatieven gehuisvest moesten worden,
maar vond ook dat vastgoed verkocht moest worden om zo inkomsten te genereren.
En omdat die opdrachten bij verschillende ambtelijke diensten waren
ondergebracht, kon het gebeuren dat een leegstaand pand niet aan een mooi
initiatief ter beschikking werd gesteld, omdat dat de verkoop maar zou
bemoeilijken.” Een klassieke ambtelijke stammenstrijd was het gevolg. Per 1
januari 2012 is daar een oplossing voor gevonden door de Utrechtse Vastgoed
Organisatie (UVO) te lanceren. Die beheert al het vastgoed van de gemeente en
is daarmee ook de plek waar de verschillende opdrachten samenkomen. En waar zo
nodig ook een bestuurlijke knoop kan worden doorgehakt: gebruiken of verkopen.
Leven
in de brouwerij
Partijen die ruimte aanbieden aan het Makelpunt hebben daar
verschillende motieven voor. Een aantal partijen is op zoek naar extra
inkomsten. Om die reden heeft bijvoorbeeld de Protestantse Kerk zich gemeld. Ook
de gemeente en door de gemeente gesubsidieerde organisaties maken er gebruik
van; soms wordt het gebruik van een pand beëindigd, maar loopt het huurcontract
nog door. Dan moet een betalende vervangende gebruiker worden gevonden. Anderen
zoeken naar partners die reuring brengen, zoals verzorgingstehuizen. Tot slot
speelt een combinatie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en de wens
tijdelijk gebruik voor een pand te organiseren. Dat is de reden dat corporaties
panden ter beschikking stellen die ze hebben verworven om op termijn te
herontwikkelen.
Ongeacht de motieven, gebruik van beschikbare ruimte heeft vaak
synergie tot gevolg. Zo zocht de kunstuitleen ruimte om zijn kunstcollectie op
te slaan, tijdens een verbouwing. Action Continu, een zorgaanbieder, was op
zoek naar leven in de brouwerij voor een zorgcentrum en nam contact met het
makelpunt op. Zij hadden een prachtige kelder ter beschikking, helemaal droog,
ideaal voor de opslag van kunst. En zo kwam er een kunstuitleen bij het zorgcentrum.
Schwitzner: “ook ondernemers zijn natuurlijk een doelgroep van de gemeente. Zo
hebben we ook bij een zorgcentrum een startend naaiatelier ondergebracht, dat
uit de eigen woonkamer was gegroeid. Tegen een betaalbaar tarief, met de
afspraak dat bewoners daar ook terecht kunnen om een knoopje aan te naaien.”
Voor een school voor voortgezet onderwijs moest extra ruimte voor
bewegingsonderwijs worden gevonden. Lucienne Hordijk, de andere makelaar: “Die
sporthal kwamen we tegen in De Pionier. Dat was een oude ROC, die door
corporatie Mitros was gekocht om over een paar jaar te gaan herontwikkelen. Die
kozen niet voor anti-kraak, maar wilden er tot aan herontwikkeling nuttige
functies in huisvesten. Toen we daar op bezoek waren, liepen we onverhoeds de
gymzaal in. Niemand wist dat die bestond en nu besparen we de gemeente
ettelijke tonnen. Zo verdienen we onszelf jaarlijks meermalen terug.”
Een
onwaarschijnlijke match is ook een match
Partijen die het makelpunt benaderen met een ruimtevraag, zijn van een
zeer divers pluimage. Het makelpunt biedt daartoe de ruimte door niet
kieskeurig te zijn; geen strikte regels over grootte, wel of niet bedrijfsmatig
of gelovig. Wie behoefte heeft aan ruimte kan bij het Makelpunt terecht. Zo
vinden bijvoorbeeld veel goede doelen tijdelijk ruimte via het Makelpunt; het
happietaria van een groep studenten, books for life, Humanitas, Voedselbank. Hordijk
vertelt het verhaal van de mevrouw met de Teddyberen: “Een mevrouw zamelde
Teddyberen in voor het goede doel. Zo succesvol dat haar hele huis er op een
gegeven moment vol mee lag. Het Makelpunt kon haar behoefte aan opslag koppelen
aan de kelder van Dutch Game Garden, succesvolle gamemakers. Resultaat is ook
dat de gamemakers regelmatig achter hun pc vandaan komen om de nieuwe aanvoer
van knuffels op te slaan in de kelder. Het is hun persoonlijke bijdrage aan de
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-doelstelling van hun bedrijf.”
Je ruimte aanbieden bij het makelpunt is nog geen vanzelfsprekendheid.
Het verbeteren van de website, waar partijen hun wensen gedetailleerd kunnen
aangeven moet dat verbeteren, net zoals het aanbieden van een basiscontract.
Niet dat partijen dat dan moeten gebruiken, maar het feit dat het er is, maakt
het allemaal net weer wat makkelijk. Ook blijft het makelpunt zelf actief als
het gaat om het koppelen van vraag en aanbod. “Soms moet je de match een zetje
geven, mensen echt met elkaar in contact brengen en wijzen op de meerwaarde die
ze allebei aan de samenwerking kunnen ontlenen. Het blijft een ding van mensen.
Bij scholen zie je dat goed. Als een directeur het allemaal gedoe vindt, komt
het niet van de grond. Maar is de directeur enthousiast, dan kan er van alles.
Soms helpt dan de bereidheid van de nieuwe gebruiker om wat te betalen, maar
veel vaker is het vooral belangrijk dat hij iets meebrengt voor de school”,
zegt Schwitzner. “En dat zijn natuurlijk wel de leukste resultaten.”