De Latijnse
School in Deventer is eigendom van de lokale Stichting Stadsherstel. Parolo
(Participatie Op Lokatie) huurt het pand en baat het uit als zalencentrum en
ontplooit vanuit het pand zijn catering-activiteiten. Daar zijn meer
voorbeelden van. En het is ook niet zo bijzonder dat Parolo de verhuur van
zalen niet eens als doel heeft, maar juist het bieden van werkervaringsplaatsen
en mogelijkheden voor dagbesteding voor mensen met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt. Daar zijn er ook meer van. Echt bijzonder is dat Parolo dat doet
met een begroting die slechts voor een kwart wordt gesubsidieerd. De andere
driekwart komt - idealiter - uit de
inkomsten uit verhuur en horeca.
Parolo is in 2005 begonnen in de Latijnse School. Tot het midden van de 19de
eeuw was de Latijnse School een latijnse school. Er werd Latijn onderwezen, en
later ook Grieks. En niet aan de minsten: Erasmus studeerde er, Geert Groote en
de latere (en enige Nederlandse) paus Adrianus VI. In de 19de eeuw
werd de Latijnse School een zelfstandig gymnasium, wat het tot 1971 bleef. In
de jaren ’80 van de vorige eeuw kwam het leegte staan en werd het, zoals zoveel
panden in die tijd, gekraakt. Een groep alternatieve hulpverleners begon in het
gebouw met hulpverlening aan tienermoeders. In de loop der haren werd het
kraakpand gelegaliseerd, waarvoor – uiteraard – een stichting werd opgericht,
De Latijnse School. De hulp aan tienermoeders ging op in de reguliere
hulpverlening. Toen het pand vervolgens leeg kwam, besloten de oude krakers het
in de te zetten als plek waar de voormalige doelgroep werkervaring kan opdoen.
En al gauw verbreedde de doelgroep zich van tienermoeders tot alle mensen met
een stevige afstand tot de arbeidsmarkt. “We zijn niet gericht op uitstroom in
een bepaalde tijd”, vertelt Henk Kinds, directeur van Parolo. “Mensen zijn wie
ze zijn, en dit is de plek waar ze werken. Dat ze hier bij ons werken, dat is
voor sommigen de continuïteit in hun werkende leven, niet de regeling waar ze
onder vallen. Veel van onze medewerkers hebben al meerdere regelingen achter de
rug.
Henk Kinds is van oorsprong opbouwwerker. En echt van oorsprong, want al
als kind in het dorp organiseerde hij activiteiten voor de buurt. “Ik ben een
echte dorpsjongen. En als je je in een dorp niet wilt vervelen, dan moet
je echt zelf dingen organiseren. En dat
deed ik. Fietswedstrijden, speurtochten uitzetten voor toeristen, een kermis.
Ik leerde dat het een vak was, organiseren. Dus ging ik na de middelbare school
naar de sociale academie: ik wilde mensen helpen zichzelf te organiseren. Eerst
in Groningen, daarna in de Drentse veenkolonieën.” Toen in de jaren '80 de
professionalisering van het welzijns- en opbouwwerk een grote vlucht nam, koos
Kinds voor het ondersteunen van vrijwilligerswerk. Zijn focus kwam te liggen op
het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid. Van burgers, en van
bedrijven. Hij adviseerde er over, in Nederland en Duitsland. En nu is hij met
die focus directeur van Parolo.
Parolo groeide in de periode 2005 – 2010 van 10 naar 20 werkplekken. “Dat
was sappelen”, vertelt Kind. “Al heel snel wisten we dat sociale activering ons
doel was. Maar om dat te bereiken, moesten we het middel centraal stellen. Zo
konden we ons bedruipen, en tegelijkertijd mensen een werkplek bieden zonder
gebonden te zijn aan allerhande voorwaarden. Het betekent ook dat niet de
dagbesteding in de dagelijkse praktijk het doel is, maar het bieden van
gastvrijheid. Dat is wat we doen, dat is onze kernwaarde.” Parolo heeft zijn
kernwaarde in drie huisregels gevat. Altijd zijn er verse bloemen. Altijd. En
de deur staat altijd open. Daar zijn discussies over. Want in de winter is dat
best koud en iedereen kan naar binnen, ook minder welkome gasten. Maar dat
laatste risico wordt beperkt door regel 3: wie binnen komt, heeft binnen 20
seconde contact met een medewerker van Parolo.
Het succes en de groei maakte dat Parolo werd gevraagd ook ander
maatschappelijk vastgoed onder zijn hoede te nemen. Parolo exploiteert nu de
Fermerie, een voormalig buurthuis dat werd beheerd door een buurtvereniging.
Die trok het niet meer, maar krabbelt inmiddels weer op, bevrijd als zijn van
het pandbeheer. Kinds: “Het heeft ze nieuwe energie gegeven. Ze zijn nieuwe
initiatieven gaan ontplooien en het zou me niets verbazen als over niet al te
lange tijd het beheer weer willen overnemen. Dat zou fantastisch zijn,
natuurlijk.” Andere nieuwe loot aan de stam is De Elegast, een buurthuis dat op
klassieke wijze werd beheerd door een gesubsidieerde welzijnsstichting. Het is
gelegen in een wijk waar veel sloop/nieuwbouw is gepland, reden voor de
gemeente om de subsidie te stoppen. De corporatie in het gebied wil in de
overgangsperiode juist graag een accomodatie open houden, voor de bewoners die
blijven, komen of gaan. En zo’n wijk in verandering heeft natuurlijk een
informatiecentrum nodig. “Onder het motto 'Verhip de Elegast' zijn we mogelijke
concepten voor de Elegast aan het verkennen,” vertelt kinds. “Een
ontmoetingsplek, om de extra-muralisering van de zorg te ondersteunen. Veel
zorgaanbieders komen nu aan huis, maar hebben ook behoefte aan een plek in de
wijk voor spreekuren of informatiebijeenkomsten. Of juist een plek om te
spelen, van bingo en klaverjassen tot gamen. Misschien heeft de wijk juist
behoefte aan een een spiritueel centrum, waar ruimte is voor alle geloven en
levensovertuigingen. Hoe het ook zij, voor ons is het van belang dat de plek
die we beheren, een duidelijke plek in de wijk heeft.”
Ook speelt Parolo een stevige rol in het beheer van het Kulturhus Graaf
Florishof. Parolo exploiteert lunchroom Floris Vijf, levert de gastheren en
–vrouwen van het Kulturhus en verzorgt schoonmaakdiensten. Parolo verzorgt ook
een aantal bibliotheekdiensten. Daardoor kan de bibliotheek meer uren open zijn
dan dat er subsidie beschikbaar is.
Al met al zijn er inmiddels 70 mensen aan het werk bij Parolo. Voor Kinds
is de verklaring voor het succes van Parolo duidelijk: “We spelen met doel en
middel, draaien ze een beetje om. We stellen gastvrijheid centraal. Daarop
bouwen we onze diensten. Die voldoen aan een behoefte en daarom kunnen we ze
leveren. En door ze te leveren slagen we er in mensen met een grote afstand tot
de arbeidsmarkt een mooie werkplek te bieden.” Maar Kinds maakt zich ook grote
zorgen over de toekomst. Want Parolo kan gezond functioneren wanneer slechts
een kwart van de inkomsten uit trajectgelden komt. Maar de crisis zet de
inkomsten uit zalenverhuur en catering onder druk. “De zalenverhuur loopt
terug, bedrijven bezuinigen op activiteiten die wij kunnen cateren”, vertelt
Kinds. “Financieel is dat een steeds groter wordend risico, maar het is ook en
vooral een bedreiging voor onze manier van werken. We vinden het belangrijk dat
mensen hier op hun eigen manier kunnen werken. Juist door die grote
onafhankelijkheid van het subsidiesysteem, kunnen mensen daar zelf hun weg in
zoeken. Wanneer trajectgelden en andere subsidies de kurk zijn waar we op
drijven, moeten we mensen voldoen aan allerhande voorwaarden. Nu kunnen we voor
iedereen juist de voorwaarden scheppen om mee te doen.”
http://www.parolo.nl/