vrijdag 25 januari 2013

Maatschappelijk Vastgoed Beweegt, een tussenstand

Zeg maatschappelijk vastgoed en de meeste mensen hebben er een beeld bij. Wel vaak een standaard beeld. Ze zien buurthuizen, scholen en ziekenhuizen voor zich. Gerund door mensen die daar een opleiding voor hebben genoten en er hun brood mee verdienen. De gemeente is veelal eigenaar en bij ziekenhuizen realiseren mensen zich dat ze eigenlijk niet weten van wie die zijn. Wel weten ze dat al die gebouwen en de activiteiten er in met publiek geld worden betaald.

Het is een overzichtelijk beeld, maar het dekt de lading niet meer. De scheiding tussen publiek en privaat is op zijn minst vloeibaar geworden, als je nog van een grens kunt spreken. Regelmatig is sprake van samenwerking tussen publiek en privaat, waarbij het de concrete ambities van partijen zijn die uitmaken wie het voortouw neemt. Of private partijen ontwikkelen activiteiten die publieke karaktertrekken hebben, of juist raakvlakken met het publieke. En wat we publiek noemen, kan vele gedaanten aan nemen. Activiteiten die vrijwilligers organiseren in een pand en dat ze ook beheren, waarbij de overheid of corporatie eigenaar is van het pand en geen of “weinig” huur vraagt, zijn net zo goed publiek als de activiteiten die een gesubsidieerde welzijnsinstelling organiseert met de inzet van professionals.

Maatschappelijk Vastgoed X.0 is hybride. Vaag is ook een manier om het te omschrijven. Leek de Multifunctionele Accommodatie nog een mooie vlag om de lading eenduidig te dekken, inmiddels zien we zoveel verschillende ideeën en concepten dat het geven van een goede definitie onbegonnen werk is. En beperkend. Veel spannender is het verschillende voorbeelden goed in beeld te brengen. Daarom portretteer ik samen met Movisie panden en plekken waar op een bijzondere manier vorm wordt gegeven aan sturing en synergie.

Seats2Meet in Utrecht is een voorbeeld van een private partij die ook publiek doet. Daar kun je gebruik maken van een werkplek, zonder dat je er geld voor op tafel legt. Er is wifi en ’s middags een prima lunch. Maar gratis is het niet. Je betaalt met je talenten en kennis, die je deelt met de andere gebruikers. Zo hoopt Seats2Meet synergie tot stand te brengen tussen de verschillende gebruikers. Hun voordeel? Al die werkende zzp-ers achter hun laptopjes zijn een inspirerend decor voor de betalende gasten en wie weet welke diensten die zzp-ers nog eens af gaan nemen. Die lunch is het geld niet en de wifi niet de snelste.

Buurthuis De Meevaart in Amsterdam is een voorbeeld van Welzijn X.0. Een corporatie is eigenaar, de gemeente betaalt (mee aan) de (lage) huur van het gebouw en het beheer. Formeel is er een bestuur van een hurende stichting, in de praktijk runnen actieve bewoners zelf het gebouw. Zij organiseren de activiteiten en leggen aan elkaar verantwoording af. Dat er wat gebeurt, is belangrijker dan wat er gebeurt; er wordt in het buurthuis ook gebeden en het is belangrijker dat buurtbewoners tevreden zijn dan de gemeente dat is. Want van wie is dat buurthuis tenslotte?

Het Makelpunt van de gemeente Utrecht is een beetje een buitenbeentje in de wereld van maatschappelijk vastgoed. Het makelpunt heeft geen vastgoed, maar makelt tussen beschikbare ruimte en mensen zonder ruimte. Veel organisaties hebben ruimte over, soms een deel van hun pand, of een deel van de tijd. En andere partijen zijn juist op zoek naar precies die beschikbare ruimte. Het makelpunt helpt partijen elkaar te vinden. En helpt zo om nieuwe samenwerkingen tot stand te brengen. Zo zocht een verbouwende kunstuitleen opslagruimte. Een verzorgingstehuis had ruimte over. Nu lenen de bewoners van het verzorgingstehuis kunst.

Aan een definitie waag ik me (nog) niet. Misschien moet zelfs de conclusie zijn dat een definitie – anders dan een omschrijving – beperkt, en niet helpt om mooie dingen tot stand te brengen. Wat wel opvalt aan Maatschappelijk Vastgoed X.0 zijn een paar ingrediënten, dat je in wisselende verhoudingen aantreft.

Het lijkt dat meer dan gemiddeld enthousiaste, gedreven mensen aanwezig moeten zijn. Veel mensen willen graag iets doen, maar hebben behoefte aan iemand die boven zichzelf en anderen uitstijgt. Iemand die inspireert, een eindeloze bron van ideeën is, altijd iemand kent die het wel weet of kan of juist een hele goede schouder is om op uit te huilen en dan gesterkt weer door te kunnen. Je moet er niet te veel van hebben, want het zijn natuurlijk wel sterke persoonlijkheden die elkaar in de weg kunnen zitten. En maar ééntje is een beetje wankel.
Die gedreven mensen worden gescout, binnen of buiten de eigen kring. Of ze melden zich aan, omdat ze op hun beurt gegrepen worden door het initiatief. Maar je vindt ze niet met een personeelsadvertentie. Want in een paar gesprekken kan niemand zich als een gangmaker presenteren, laat staan dat je er één herkent. Organisaties die desondanks via advertenties op zoek gaan naar programmeurs of beheerders, verkleinen de kans om van hun vastgoed een bruisende plek te maken.

Aan succes ligt een idee ten grondslag. Iets doen in een pand omdat de overheid het subsidieert, levert geen bruisend geheel of nieuwe vormen van samenwerking op. Het idee hoeft niet origineel te zijn. Het kan voldoende te zijn om echt heel graag een buurthuis te willen waar buurtbewoners graag komen en zich thuis voelen. Waar het om gaat is dat het idee sterk moet leven en dat het leidend is voor wat er wordt gedaan en wat er gebeurt. Past het niet in het grote idee, dan doen we het niet. Trouwens, het grote idee is zo inspirerend, dat er altijd initiatieven zijn die er wel in passen. Maar iets oorspronkelijks helpt natuurlijk wel. S2M heeft een idee dat zich onderscheidt: de huur betalen door je kennis en ervaring met andere gebruikers te delen. Of dat in de praktijk dan veel gebeurt, is misschien niet eens zo belangrijk. Gebruik te maken van een werkplek met zo’n briljant idee, is voor de gebruikers al prettig en inspirerend.

Hoe goed en aansprekend het idee ook is, en hoe inspirerend de gangmakers ook zijn, mensen vinden het prettig om eigenaar te zijn van de plek waar ze actief zijn. Ze willen invloed kunnen uitoefenen op wat er gebeurt. Dat verschilt natuurlijk per plek en per activiteit. Maar mensen willen zich gehoord voelen, voelen dat de plek een beetje thuis is. Dat hoeft allemaal niet in formele structuren te worden gegoten. Liever niet zelfs, want voor je het weet gaat het op besturen lijken, en daar kwamen ze niet voor. Hoewel ze ook erkennen dat er bestuurd moet worden.

Het gaat niet alleen om mensen, ideeën en processen. Het pand doet er wel degelijk toe. Maar dat hoeft niet te betekenen dat het nieuw, en strak, en hip moet zijn. Het pand moet “iets” hebben. De Purperreiger is de afgelopen kwart eeuw op een minimaal niveau onderhouden. Maar dat is ook de charme van het pand; de kapstokjes van toen het nog een school was hangen er nog, en ook de oude tegeltjes van voor de oorlog maken dat je wel van het pand moet gaan houden.

Maar goed. Dit is een tussenstand. Voorlopig blijf ik nog om me heen kijken. En wie nog suggesties heeft voor panden of plekken om eens te portretteren, laat het vooral weten. Graag!