donderdag 4 oktober 2012

Purperreiger: zelf doen kan, als je maar gelooft dat het kan

Zoals zoveel panden die aan een volgend leven zijn begonnen, was de Purperreiger in zijn eerste leven een school. De kapstokjes op kinderhoogte getuigen er nog van. Naut Kusters werkt al jaren in de Purperreiger. Hij is directeur van ECEAT, European Centre for Eco Agro Tourism, dat sinds het begin van de jaren ’90 van de vorige eeuw is gevestigd in de Purperreiger.  “In de geschiedenis van dit gebouw, zie je de geschiedenis van het actievoeren in Nederland. In de jaren ’70 en ’80 waren landen organisaties actief, zoals het Guatamala-comité of het Nicaragua-comité. Die gingen samen in het Latijns-Amerika comité, verhuisden en hebben zich opgeheven. Uit die periode is eigenlijk alleen Stichting Verbiedt de Kruisraketten over.”

“Boven” en “beneden”
In de dagelijkse praktijk kent de Purperreiger “boven” en “beneden”. Boven zitten vooral maatschappelijk geëngageerde organisaties, beneden is het domein van de kunstenaars. “Boven” heeft zijn ingang aan de Minahassastraat in de Indische Buurt, “beneden” kom je binnen via een aanzienlijk majestueuzer entree aan de Celebesstraat. Die scheiding weerspiegelt de geschiedenis van het pand. “Beneden” werd beheerd door Stichting Fase 3, die zich richtte op kunstbevordering in Amsterdam. “Boven” werd beheerd door Stichting Archipel, die zich richtte op het huisvesten van  organisaties gericht op maatschappijverbetering. Eigenaar van het pand was tot medio  2011 het stadsdeel Amsterdam Oost (voorheen Amsterdam Zeeburg).
In het gesprek komt een grote stoet van organisaties voorbij, die de tijd weerspiegelen. FNV-jongeren, pedofielenvereniging Martijn en midden jaren ’90 organisaties die zich richten op Oost-Europa. Nu zitten er “boven” vooral veel organisaties die zich richten op duurzaamheid. In de loop der tijd is de gang van zaken in het gebouw behoorlijk verzakelijkt. Zo had Stichting Archipel jarenlang een klassieke jaren ’70 gebruikersraad, een betrokkenheid die in de loop der jaren werd teruggebracht tot een gemeenschappelijke beheerder van het pand en een jaarlijkse borrel waarin huurders elkaar vertelden over hun bezigheden. Tussen de huurders van Archipel en Fase 3, tussen “boven” en “beneden” was eigenlijk geen contact.
Sinds het begin van de eeuw raakte Archipel zijn verbondenheid met maatschappelijke bewegingen steeds meer kwijt. Ambitie en leden verdwenen uit het bestuur van Archipel. In het gebouw ontstond leegstand, ruimtes werden verhuurd aan ontwerpers en lay-outers. “Geen partijen waar het pand voor bedoeld was”, vond Kusters en ging in 2008 in zijn eigen netwerk op zoek naar nieuwe huurders. Hij vond Rank a Brand, die samen met onder anderen Stop the Traffik en Studio Jux ruimte kwamen huren. Dit waren twintigers en dertigers die een nieuwe maatschappelijk engagement vertegenwoordigde, de zogenaamde  “praktische idealisten”. Daarmee kwam er weer dynamiek in het pand, partijen leefden weer op, er ontstonden kansen om het gebouw te profileren, smoel te geven.

Verkoopplannen verbroederen
In 2009 liet het stadsdeel weten van plan te zijn het pand te verkopen aan Woningbouwcorporatie Ymere, als onderdeel van een grotere verkoop. Dat was het moment dat “beneden” naar “boven” kwam. Verkoop was een risico voor de activiteiten van alle partijen in het pand. Wat te doen? In ieder geval bracht de dreiging samenwerking tussen alle gebruikers van het gebouw tot stand. Naut Kusters: “Sommigen waren van mening dat die verkoop niet door mocht gaan. Daar moesten we ons tegen verzetten. We moesten ons solidair verklaren met de gebruikers van andere panden die in de verkoop gingen en die verkoop juist tegenhouden. Maar dat leek mij geen haalbare kaart. Als we onder onze eigen voorwaarden in het pand wilden kunnen blijven werken, zouden we het zelf moeten kopen. Daarvoor moest allereerst het idee ontstaan dat het überhaupt mogelijk was om het gebouw te kopen. Dat gebeurde toen we met leden van de stadsdeelraad gingen praten. Zij steunden ons, om uiteenlopende redenen. Bij de een pasten we uitstekend in hun ideologische plaatje. De ander vond ons alleen maar leuk. Weer een ander zag jonge ondernemers. Maar dat was natuurlijk ook goed. Ook bij de gebruikers waren er bezwaren te overwinnen. Vele gebruikers wonen zelf in een huurhuis. Voor hen is het kopen van vastgoed een barrière. Sommigen overwogen om ergens anders hun activiteiten voort te zetten, anderen waren al vertrokken. Ik wilde blijven. Vanwege ECEAT, maar ook vanwege de functie van het gebouw. Het bestond als verzamelgebouw al zo’n dertig jaar, als we het konden kopen zou het er nog honderd jaar zijn. Ik kwam in de positie dat ik het verschil kon maken en vond dat ik dat ook moest doen. Uiteindelijk wonnen de argumenten om te kopen. En dat lukte, na de nodige acties richting de deelraad.”
Inmiddels is Stichting Archipel omgebouwd tot Stichting de Purperreiger. Die heeft het pand gekocht en Stichting Fase 3 is daarin opgegaan. “Het pand is nog steeds verdeeld in “boven” en “beneden”. De businessunit “boven” heeft een hogere huur dan de businessunit “beneden”. Maar “boven” heeft dan ook meer service dan “beneden”, waar mensen zelf schoonmaken en kleine dingen repareren. En er is een derde businessunit voor het casco.” Het bestuur van de stichting wordt gevormd door de huurders. Drie van “boven” en twee van “beneden”, of zoals vastgelegd in de Statuten: een derde van het pand is bedoeld voor kunstenaars, twee derde is bedoeld voor maatschappelijke organisaties. De samenstelling van het bestuur weerspiegelt daarmee de verhoudingen in het pand tussen kunstenaars en maatschappelijk organisaties. De mensen die nu in het bestuur zitten, zijn ook de mensen die zich het meest hebben ingezet voor de aankoop van het pand.

Voor de wereld of voor de buurt?
Voor de Purperreiger is de relatie met de buurt belangrijk. Een van de overwegingen van het stadsdeel om bij verkoop geen garantie te geven voor het behoud van alle functies die daarin waren gehuisvest, was het feit dat de activiteiten van de huurders zich niet richtten op de buurt. Ze konden hun activiteiten overal elders in Amsterdam of Nederland ontplooien, was de gedachte van het stadsdeel. Dat beeld veranderde toen kunstenares Simone Hoogervorst “beneden” het Atelier van Tante Gerritje begon. In het Atelier van Tante Gerritje konden kinderen uit de Indische Buurt komen knutselen. En Tante Gerritje ging samen met kinderen van scholen uit de buurt de bakken van het ondergronds afvalsysteem beschilderen. Dat was niet alleen leuk, met de komst van Tante Gerritje verloor het argument van het stadsdeel dat de activiteiten die in de Purperreiger werden ondernomen niet per se in de Purperreiger moesten worden gehuisvest, behoorlijk aan kracht.
Begin 2012 ontstond er “beneden” echter een conflict tussen het Atelier van Tante Gerritje en andere gebruikers. Waar het conflict nu precies uit bestond, is Naut Kusters nooit helemaal duidelijk geworden. “Ik heb er wakker van gelegen. Ik vond Simone Hoogervorst een leuk mens, haar project had ook bijgedragen aan ons resultaat en bleef belangrijk voor de relatie van het pand met de buurt. En nu zou ze dan wegmoeten? Maar dat is uiteindelijk wel wat er gebeurde. In het bestuur werd het benaderd als een conflict van “beneden”, waar “boven” wel wat van vond, maar niet zoveel dat we ons voluit met de uitkomst bemoeiden.” Het conflict loste zichzelf op toen het bestuur van de Stichting van tante Gerritje besloot het huurcontract te beëindigen. Nu is de inzet vooral om weer een nieuwe activiteit binnen te halen die gericht is op de buurt.
Opvallend is dat geen van de huurders “boven” zich met het conflict hebben bemoeid. Dat zou in de jaren ’70 gebruikersraad van Archipel wel anders zijn geweest. Naut Kusters is daar eigenlijk wel tevreden over. “Ik vond en vind het van belang dat het gebouw zakelijk en slagvaardig bestuurd kan worden. De stichtingsvorm die we hebben gekozen voorziet daarin. En dat is goed.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten